Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR8858

Datum uitspraak2004-11-03
Datum gepubliceerd2005-01-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers105417
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzekeringsrecht. Terecht stellen beide partijen zich op het standpunt dat ingevolg artikel 277 van het Wetboek van Koophandel in geval van samenloop van twee verzekeringen de oudste verzekering stand houdt en dekking moet bieden. Nu door partijen is erkend dat de schade in beginsel door beide verzekeringen gedekt wordt, is de vraag welke verzekering de oudste verzekering is de enige vraag die partijen verdeeld houdt.


Uitspraak

Rechtbank Arnhem Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 105417 / HA ZA 03-1788 Datum vonnis: 3 november 2004 Vonnis in de zaak van 1. de naamloze vennootschap AMEV SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd te Utrecht, 2. de naamloze vennootschap AXA SCHADE N.V., gevestigd te Utrecht, eiseressen, procureur mr. F.J. Boom, advocaat mr. M. Eijkelenboom te Rotterdam, tegen de naamloze vennootschap N.V. SCHADEVERZEKERING-MAATSCHAPPIJ BOVEMIJ, gevestigd te Nijmegen, gedaagde, procureur mr. J.C.N.B. Kaal, advocaat mr. K.A. Baggerman te Rotterdam. Partijen worden hierna tevens aangeduid als “Amev/Axa” en “Bovemij”. 1. Het verloop van de procedure Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 17 maart 2004 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van dit tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken. Vervolgens is vonnis bepaald. 2. De vaststaande feiten 2.1 Tussen Reinders Recreatie B.V. te Hoogeveen (hierna genoemd “Reinders”) en Bovemij is een zgn. “casco handelsvoorraad verzekering” van kracht. De dekking onder die verzekering is ingegaan op 21 september 1993. Tussen Reinders en Aegon was - in ieder geval tot 1 januari 2000 - een zgn. garageverzekering van kracht. 2.2 In december 2000 schrijft Post & Wuite, namens Reinders, aan Aegon: “Betreft: W.A. Garage-verzekering polisnummer: 293238789 t.n.v. Reinders Rekreatie B.V. ...verzoeken wij u de bovengenoemde verzekeringen per 1 januari 2000 te royeren in verband met de door u aangekondigde wijzigingen in tarief en voorwaarden.” Aegon stuurt daarop een verklaring gedateerd 13 januari 2000 waarin wordt vermeld: “Met ingang van 01-01-2000 te 0.00 uur is deze verzekering beëindigd in verband met de weigering van de premie-aanpassing”. Door Post & Wuite is een “polisaanhangsel” gedateerd 18 juli 2000 afgegeven, waarin onder meer wordt vermeld: Polisaanhangsel Garagebedrijfsverzekering Polisnummer 5391400003 Reden afgifte Nieuwe verzekering Wijzigingsdatum 1 januari 2000 Post & Wuite is daarbij opgetreden als gevolmachtigde van Amev en van Axa, ieder voor 50%. 2.3 In de nacht van 4 op 5 maart 2000 heeft brand gewoed in het pand van Reinders, waardoor een gedeelte van de inboedel en handelsvoorraad van Reinders verloren is gegaan. De schade bedroeg € 101.692,05. 2.4 De schade is zowel gedekt onder de garageverzekering van Amev/Axa, als onder de casco handelsvoorraadverzekering van Bovemij. Amev/Axa heeft de schade aan Reinders vergoed. 3. Het geschil 3.1 Amev/Axa vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Bovemij veroordeelt om aan haar tezamen te voldoen een bedrag van € 94.699,95 (ƒ 208.691,23) en een bedrag van € 6.765,66 (ƒ 14.909,56), te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 10 juli 2001, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, alsmede dat de rechtbank Bovemij veroordeelt tot vergoeding van een bedrag van € 5.622,75 ter zake van buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Bovemij in de kosten van de procedure. 3.2 Amev/Axa voert daartoe aan in het geval dat sprake is van meerdere verzekeringen die dekking bieden voor een verzekerd voorval, krachtens artikel 277 van het Wetboek van Koophandel de oudste verzekering moet uitkeren. Amev/Axa stelt zich op het standpunt dat de verzekeringsovereenkomst tussen haar en Reinders tot stand is gekomen per 1 januari 2000 zodat de verzekeringsovereenkomst tussen Reinders en Bovemij de oudste verzekeringsovereenkomst is. 3.3 Bovemij voert gemotiveerd verweer. Zij stelt zich op het standpunt dat de verzekeringsovereenkomst van Amev/Axa een continuatie is van de verzekeringsovereenkomst die sedert 1967 tussen Aegon en Reinders van kracht was, zodat de verzekeringsovereenkomst tussen Reinders en Amev/Axa de oudste verzekeringsovereenkomst is. 4. De beoordeling van het geschil 4.1 Terecht stellen beide partijen zich op het standpunt dat ingevolge artikel 277 van het Wetboek van Koophandel in geval van samenloop van twee verzekeringen de oudste verzekering stand houdt en dekking moet bieden. 4.2 Nu door partijen is erkend dat de schade in beginsel door beide verzekeringen gedekt wordt, is de vraag welke verzekering de oudste verzekering is de enige vraag die partijen verdeeld houdt. 4.3 De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt. In december 1999 is door Post & Wuite, namens Reinders, aan Aegon verzocht de garageverzekering met polisnummer 293238789 te royeren in verband met de door Aegon aangekondigde wijzigingen in tarief en voorwaarden. Aegon heeft vervolgens een verklaring verstrekt, gedateerd 13 januari 2000, waarin wordt verklaard dat de verzekering met ingang van 1 januari 2000 beëindigd is in verband met weigering van de premie-aanpassing. 4.4 Naar het oordeel van de rechtbank is die verklaring duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. 4.5 Ter onderbouwing van haar standpunt stelt Bovemij nog dat door Amev/Axa geen nieuwe polis is afgegeven, maar slechts een polisaanhangsel, terwijl daarop tevens vermeld staat “wijzigingsdatum” in plaats van “ingangsdatum”. Daar staat tegenover dat door Amev/Axa wel een nieuw polisnummer is afgegeven, terwijl onder “reden afgifte” wordt vermeld “Nieuwe verzekering”. Uit dit alles mag naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet worden geconcludeerd dat er geen nieuwe verzekeringsovereenkomst tussen Reinders en Amev/Axa tot stand zou zijn gekomen. Ook het feit dat de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst met Amev/Axa niet zijn gewijzigd ten opzichte van de voorwaarden die Aegon voorheen hanteerde overtuigt de rechtbank niet, temeer nu Aegon zelf haar voorwaarden per 1 januari 2000 wel wijzigde (hetgeen kennelijk voor Reinders een reden vormde om de verzekeringsovereenkomst met Aegon te beëindigen), zodat alleen al om die reden niet gesteld kan worden dat de verzekering van Aegon is gecontinueerd. 4.6 Subsidiair stelt Bovemij zich op het standpunt dat, zo er al sprake is van een nieuwe verzekeringsovereenkomst, deze niet geldt als jongste verzekering in de zin van artikel 277 van het Wetboek van Koophandel. Dit standpunt vindt geen steun in de tekst van de wet, noch in de jurisprudentie. Bovemij onderbouwt dit standpunt door te stellen dat dit tot ongewenste gevolgen zou leiden, omdat verzekeraars door andere verzekeraars bij de polis te betrekken zelf in de hand zouden hebben dat zij niet de oudste verzekeraar zijn. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat zich de situatie hier niet voor doet dat Aegon zelf Amev/Axa bij de overeenkomst betrokken heeft, omdat het verzoek tot opzegging van de overeenkomst door de verzekerde zelf is gedaan. 4.7 Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank de vordering van Amev/Axa zal toewijzen tot het gevorderde bedrag van in hoofdsom € 101.465,61. Ter comparitie van partijen is gebleken dat het eigen risico ter hoogte van € 226,89 daarop reeds in mindering is gebracht. 4.8 Tenslotte vorderen Amev/Axa buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 5.622,75. Bovemij heeft hiertegen verweer gevoerd. De rechtbank zal deze kosten overeenkomstig het Rapport Voorwerk II forfaitair matigen tot twee punten van het toepasselijke liquidatietarief in eerste aanleg. De beslissing De rechtbank: veroordeelt Bovemij om aan Amev/Axa een bedrag van € 101.465,61 (honderd eenduizend vierhonderd vijfenzestig en 61/100 euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag van 10 juli 2001 tot de dag van betaling; veroordeelt Bovemij in de kosten van deze procedure; deze kosten worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Amev/Axa gevallen, bepaald op € 2.035,-- wegens verschotten en € 2.450,-- wegens salaris procureur; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. I.D. Jacobs en uitgesproken in het openbaar op 3 november 2004. de griffier de rechter