Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX3084

Datum uitspraak2006-02-01
Datum gepubliceerd2006-05-23
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers04/00228
Statusgepubliceerd


Indicatie

Partijen zijn het erover eens dat bij de levering van doorgroeide champignoncompost, zoals in het geval van belanghebbende, sprake is van één prestatie, te weten de levering van één goed. Het hof volgt partijen in dat standpunt. Partijen houdt verdeeld het antwoord op de vraag of de levering van doorgroeide champignoncompost wordt gekenmerkt door de levering van champignonbroed, met als gevolg dat de overige bestanddelen moeten worden aangemerkt als in het broed te zijn opgegaan, conform het standpunt van belanghebbende, dan wel dat de levering van doorgroeide champignoncompost de levering van een nieuw goed met een eigen maatschappelijke betekenis betreft, conform het standpunt van de inspecteur.


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 04/00228 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH U I T S P R A A K Uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste meervoudige belastingkamer, op het beroep van de fiscale eenheid X c.s. te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Z (kantoor P) van de rijksbelastingdienst (hierna: de inspecteur) op het bezwaar tegen het bedrag dat als omzetbelasting op na te melden aangifte is voldaan. 1. Ontstaan en loop van het geding 1.1. Belanghebbende heeft op 26 september 2003 aangifte gedaan van de door haar over het tijdvak augustus 2003 verschuldigde omzetbelasting. Het desbetreffende aangiftebiljet vermeldt als zodanig een bedrag van € 198.839. Naar aanleiding van het door belanghebbende bij schrijven van 5 november 2003 tegen dit bedrag gemaakte bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 2 januari 2004 besloten van dit bedrag geen teruggaaf te verlenen. 1.2. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het hof. Ter zake van het beroep heeft de griffier van het hof van belanghebbende een griffierecht van € 232 geheven. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. 1.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 20 oktober 2005 te 's-Hertogenbosch. Aldaar is toen gemachtigde van belanghebbende verschenen en gehoord. De inspecteur is verschenen en gehoord. 1.4. Belanghebbende heeft bij fax d.d. 14 oktober 2005 een pleitnota toegezonden aan het hof. Die pleitnota dient ter vervanging van eerder bij fax (d.d. 9 februari 2005 en 14 februari 2005) toegezonden pleitnota's. Ook de inspecteur heeft, bij fax d.d. 17 oktober 2005, naar aanleiding van de pleitnota van belanghebbende, een pleitnota toegezonden aan het hof. De pleitnota's van partijen zijn door tussenkomst van de griffier verzonden aan de wederpartij. De pleitnota's worden met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgedragen. Het hof rekent de pleitnota's tot de stukken van het geding. 1.5. Het hof heeft vervolgens het onderzoek ter zitting gesloten. 2. Feiten Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat, als tussen partijen niet in geschil dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast. 2.1. Belanghebbende leverde in augustus 2003 onder meer zogenoemde doorgroeide champignoncompost. Afnemers waren de bij belanghebbende aangesloten champignonkwekers. Die vielen voor een groot gedeelte onder de landbouwregeling van artikel 27 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) en waren voor hun prestaties derhalve geen omzetbelasting verschuldigd. 2.2. Geënte champignoncompost is champignoncompost welke met champignonmycelium (hierna: champignonbroed) is geënt. Champignoncompost, vóór de enting met champignonbroed, ontstaat door bewerking waaronder pasteurisatie van door elkaar gemengde plantaardige en/of dierlijke reststoffen, soms met toevoeging van minerale stoffen. Die compost heet dan nog entbare champignoncompost. Bij champignonbroed gaat het om gesteriliseerde graankorrels welke geheel met champignonsporen zijn doorgroeid; het broed vormt een netwerk van schimmeldraden. 2.3. Met het ontstaan van entbare champignoncompost is ongeveer zes dagen gemoeid. De enting met het champignonbroed doet de waarde van de compost met circa 6% vermeerderen. 2.4. Na de enting met het champignonbroed wordt de (geënte) champignoncompost gedurende ongeveer twee weken in een tunnel met een temperatuur van ongeveer 25° Celsius gehouden. Na verloop van die tijd is het broed volledig door de compost gegroeid. Dan is doorgroeide champignoncompost ontstaan. Doorgroeide champignoncompost is het uitgangsmateriaal voor de productie van champignons. Voor doorgroeide champignoncompost betalen afnemers ongeveer 150% van de prijs van entbare champignoncompost. Na aflevering van doorgroeide champignoncompost aan een champignonkweker duurt het voor die kweker nog vijf tot zeven weken alvorens tot het oogsten van champignons kan worden overgegaan. 2.5. Ongeveer 95% van de door belanghebbende aan haar afnemers geleverde champignoncompost bestond en bestaat uit doorgroeide champignoncompost. Vóór 1 januari 2000 werd de levering van geënte en doorgroeide champignoncompost, als goederen welke werden aangemerkt als te vallen onder de destijds bestaande post a42 (meststoffen en bestrijdingsmiddelen voor landbouwgebruik) van de bij de Wet behorende tabel I, belast naar het tarief van 6%, vermeld in artikel 20, lid 2, van de Wet. Met het vervallen van die post a42 per 1 januari 2000 werd bedoelde, tot dan toe bestaande praktijk verlaten en werd bij leveringen als voormeld het tarief van 19%, vermeld in artikel 20, lid 1 van de Wet, toegepast. Belanghebbende werd daarover bij brief d.d. 20 december 1999 van de inspecteur geïnformeerd. 2.6. In augustus 2003 heeft belanghebbende aan haar afnemers voor een totaalbedrag ad € 3.649.845 doorgroeide champignoncompost geleverd. In haar aangifte omzetbelasting over dat tijdvak, welke na aftrek van voordruk resulteerde in een bedrag van € 198.839 als op aangifte te voldoen, heeft belanghebbende op voormeld bedrag ad € 3.649.845 het in artikel 20, lid 1, van de Wet vermelde omzetbelastingtarief van 19% toegepast. Bij aan de inspecteur gerichte brief d.d. 5 november 2003 is belanghebbende tegen het bedrag ad € 198.839 dat op aangifte is voldaan, in bezwaar gekomen. Daarbij heeft zij het bedrag ad € 3.649.845 aangemerkt als onderworpen aan het tarief van 6%, vermeld in lid 2 van voormeld artikel 20. Bij de bestreden uitspraak heeft de inspecteur geen teruggaaf verleend. 3. Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen 3.1. In geschil is of het in 2.6 vermelde bedrag ad € 3.649.845 ter zake van levering van doorgroeide champignoncompost is onderworpen aan het omzetbelastingtarief van 6%, zoals belanghebbende stelt, dan wel aan het omzetbelastingtarief van 19%, zoals de inspecteur verdedigt. 3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben partijen geen andere gronden aangevoerd. Belanghebbende heeft ter zitting een stuk van een door een champignonkweker gebruikt deel van een kweekbed getoond en aan de hand daarvan het ontstaan van champignons toegelicht. 3.3. Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de bestreden uitspraak en teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van [(19% - 6% =) 13% van € 3.649.845 =] € 474.480. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep. 4. Beoordeling van het geschil 4.1. Partijen zijn het erover eens dat bij de levering van doorgroeide champignoncompost, zoals in het geval van belanghebbende, sprake is van één prestatie, te weten de levering van één goed. Het hof volgt partijen in dat standpunt. 4.2. Partijen houdt verdeeld het antwoord op de vraag of de levering van doorgroeide champignoncompost wordt gekenmerkt door de levering van champignonbroed, met als gevolg dat de overige bestanddelen moeten worden aangemerkt als in het broed te zijn opgegaan, conform het standpunt van belanghebbende, dan wel dat de levering van doorgroeide champignoncompost de levering van een nieuw goed met een eigen maatschappelijke betekenis betreft, conform het standpunt van de inspecteur. 4.3. Het enten van de entbare champignoncompost met het champignonbroed doet de waarde van de compost met ongeveer 6% vermeerderen. Doorgroeide champignoncompost is het uitgangsmateriaal voor de productie van champignons. Voor doorgroeide champignoncompost betalen afnemers ongeveer 150% van de prijs van entbare champignoncompost. 4.4. Gelet op het onder de feiten in 2.2. tot en met 2.4. hiervoor alsmede het in 4.3 vermelde, in onderlinge samenhang bezien, moet de levering van doorgroeide champignoncompost als het leveren van een nieuwe zaak met een eigen maatschappelijke betekenis worden aangemerkt. Ongeveer 95% van de aangesloten champignonkwekers kiezen uit kostenoverwegingen ervoor doorgroeide champignoncompost af te nemen, in plaats van een product van een eerdere productiefase. Voor deze groep staat bij het afnemen van de bevruchte kweekbodem als productiemiddel voor de productie van champignons voorop, niet het afnemen van het champignonbroed waarmee de (entbare) champignoncompost is geënt, hoezeer ook champignons (mede) het resultaat zijn van bewerking van champignonbroed. 4.5. Gelet op het in 4.4 vermelde is doorgroeide champignoncompost, anders dan belanghebbende (primair) stelt, niet te rangschikken onder post a3 (pootgoed bestemd voor de teelt van groenten en fruit) in de bij de Wet behorende Tabel I. Doorgroeide champignoncompost is evenmin te rangschikken onder post a41 (land- en tuinbouwzaden voor zover dienende voor de teelt van de in deze tabel genoemde produkten en oliehoudende zaden) van die Tabel I, zoals belanghebbende subsidiair stelt. 4.6. Voor het geval het hof tot de in 4.5 gegeven oordelen zou komen is niet in geschil dat het in 2.6 vermelde bedrag ad € 3.694.845 ter zake van levering van doorgroeide champignoncompost is onderworpen aan het omzetbelastingtarief van 19%. Het gelijk is derhalve aan de zijde van de inspecteur. Het beroep is ongegrond. 5. Proceskosten Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. 6. Beslissing Het hof verklaart het beroep ongegrond. Aldus gedaan door G.J. van Muijen, J.W.J Huige en R.H. Happé, en voor wat betreft de beslissing in tegenwoordigheid van C.A. Blokx-van Roosmalen, griffier, in het openbaar uitgesproken op: 1 februari 2006 Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 1 februari 2006 Het aanwenden van een rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1- bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd. 2- het beroepschrift moet ondertekend zijn en tenminste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het beroepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.