Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD1023

Datum uitspraak2008-04-29
Datum gepubliceerd2008-05-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers145675 / KG ZA 08-234
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Vakbonden vorderen dat het Holland Casino zal worden verboden de casino's op 4 mei open te stellen, subsidiair, in geval van openstelling, dat de medewerkers die die dag moeten werken daarvooor worden gecompenseerd. Vordering wordt afgewezen. Vakbonden kunnen geen rechten ontlenen aan mededeling van Bestuur en Ondernemingsraad. Er is geen sprake van een verworven recht om op 4 mei vrij te zijn met doorbetaling van salaris.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK HAARLEM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 145675 / KG ZA 08-234 Vonnis in kort geding van 29 april 2008 in de zaak van 1. de vereniging ALGEMENE BOND CASINOPERSONEEL, gevestigd te Heerlen, 2. de vereniging FNV BONDGENOTEN, gevestigd te Utrecht, 3. de vereniging DE UNIE, VAKBOND VOOR INDUSTRIE EN DIENSTVERLENING, gevestigd te Culemborg, eiseressen, procureur mr. H.J. Bettink, advocaat mr. T.J.A. Iding te Kerkrade, tegen de stichting NATIONALE STICHTING TOT EXPLOITATIE VAN CASINOSPELEN IN NEDERLAND, gevestigd te ‘s-Gravenhage, kantoorhoudende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, gedaagde, procureur mr. H. Oomen, advocaat mr. F.C. Boel te Hilversum. Partijen zullen hierna de Vakbonden en HC genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de mondelinge behandeling - de pleitnota van de Vakbonden - de pleitnota van HC. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. HC bezit sinds 1975 als enige organisatie in Nederland een vergunning om casino’s te exploiteren. In de casino’s die HC exploiteert biedt zij bezoekers een ruim aanbod aan kansspelen. 2.2. De Vakbonden vertegenwoordigen bij hen aangesloten leden die werkzaam zijn in de vestigingen van HC. 2.3. Vanaf 1976 heeft HC op 4 mei, de dag van de Dodenherdenking, altijd al haar vestigingen gesloten gehouden, met uitzondering van de vestiging op Schiphol, die in verband met het internationaal karakter van Schiphol die dag altijd wel geopend was. In de jaren voor 2006 hebben de medewerkers van HC altijd een compensatiedag ingeleverd voor het feit dat zij op 4 mei niet hoefden te werken. 2.4. In de afgelopen jaren is openstelling van de vestigingen op 4 mei regelmatig aan de orde geweest in het kader van CAO-onderhandelingen tussen de Vakbonden en HC. In 2006 zijn de medewerkers van HC vrij geweest zonder dat daarvoor een compensatiedag werd afgetrokken. 2.5. In een gezamenlijke mededeling van het Bestuur en de Ondernemingsraad van HC aan de medewerkers d.d. 7 februari 2007 wordt onder meer het volgende vermeld. “(…) Door Bestuur en Ondernemingsraad (OR) is constructief gesproken over het al dan niet open zijn op 4 mei. Verschillende mogelijkheden zijn de revue gepasseerd om zeer respectvol om te gaan met de Dodenherdenking. Toch hebben wij geen overeenstemming kunnen bereiken en is de kwestie doorverwezen naar het overleg met de vakbonden over de nieuwe CAO. In afwachting daarvan heeft het Bestuur besloten dit jaar de casino’s nog de hele dag gesloten te houden en de medewerkers deze vrije dag cadeau te doen. (…) Beide partijen bleven een verschil van inzicht houden over de arbeidsvoorwaardelijke consequenties; die overigens met vakbonden en niet met de OR moeten worden besproken. Omdat OR en het Bestuur er wel gezamenlijk uit willen komen, is besloten dat ook dit jaar deze werkdag vrijgegeven zal worden voor rekening van Holland Casino. In de nieuwe CAO, ingaande 1 april 2008, zal een definitieve conclusie met betrekking tot opening/sluiting, dan wel gedeeltelijke opening op 4 mei getrokken dienen te worden, inclusief de arbeidsvoorwaardelijke aspecten. (…)” 2.6. Bij Bestuursbericht d.d. 31 januari 2008 heeft het Bestuur van HC medegedeeld dat de casino’s vanaf dit jaar niet meer gesloten zullen zijn op 4 mei. De Ondernemingsraad heeft zich in zijn OR-Info van 1 februari 2008 van dit besluit gedistantieerd, maar heeft geen stappen ondernomen om dit besluit ter discussie te stellen. 2.7. Bij brief van 11 februari 2008 heeft eiseres sub 1 (verder te noemen de Vakbond ABC) HC omtrent voormeld besluit onder meer het volgende medegedeeld “(…) In de door het bestuur van Holland Casino ingediende voorstellenbrief voor de nieuwe CAO ingaande per 1 april 2008 is echter met geen woord gerept over het al dan niet opengaan op 4 mei. De taak die de vakbonden nu te vervullen hebben, is het regelen van de hieraan verbonden arbeidsvoorwaardelijke consequenties. Derhalve behoudt Vakbond ABC zich het recht voor om tijdens de 2e CAO-ronde d.d. 20 februari 2008 een nieuw voorstel in te dienen met betrekking tot dit onderwerp. (…)” 2.8. Bij brief van 18 april 2008 heeft de advocaat van de Vakbond ABC HC gesommeerd voor 22 april 2008 het besluit tot openstelling van de casino’s op 4 mei 2008 in te trekken, althans dat besluit op te schorten totdat met de Vakbond ABC overeenstemming is bereikt over een compensatie in geld of tijd voor de medewerkers die in geval van openstelling op 4 mei zouden moeten werken. HC heeft daaraan geen gehoor gegeven. 3. Het geschil 3.1. De Vakbonden vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: primair: zal bepalen dat HC niet eenzijdig een primaire arbeidsvoorwaarde kan wijzigen en daardoor haar werknemers kan verplichten op 4 mei 2008 te werken en HC op straffe van verbeurte van een dwangsom zal verbieden haar vestigingen in Amsterdam, Breda, Eindhoven, Enschede, Groningen, Hoofddorp, Leeuwarden, Nijmegen, Rotterdam, Scheveningen, Utrecht, Valkenburg, Venlo en Zandvoort op 4 mei 2008 open te stellen voor haar klanten totdat hierover overeenstemming is bereikt met de Ondernemingsraad van HC en met eisers, subsidiair: HC zal veroordelen de medewerkers die, in geval van openstelling van de vestigingen van HC op 4 mei 2008, op die dag moeten werken, te compenseren door middel van extra verlofuren, dan wel extra salaris voor de op 4 mei 2008 te werken uren. 3.2. HC voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. De Vakbonden leggen aan de vordering het volgende ten grondslag. HC heeft in het onder 2.5 aangehaalde bericht van 7 februari 2007 toegezegd dat over de kwestie van de openstelling op 4 mei zou worden beslist in de CAO-onderhandelingen. Nu HC heeft besloten de casino’s op 4 mei open te stellen zonder dat in de onderhandelingen daaromtrent een akkoord is bereikt, handelt zij in strijd met die toezegging. Voorts stellen de Vakbonden dat de werknemers van HC zich ter zake kunnen beroepen op een verworven recht nu 4 mei de afgelopen ruim dertig jaar altijd een vrije dag is geweest. De Vakbonden hebben hun vordering aanvankelijk mede gebaseerd op schending van het instemmingsrecht ex artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, maar hebben deze grondslag ter zitting niet gehandhaafd. 4.2. HC voert in de eerste plaats als verweer aan dat de Vakbonden niet geacht kunnen worden een spoedeisend belang te hebben bij hun vordering, nu het besluit tot openstelling van de casino’s op 4 mei al op 31 januari 2008 is bekend gemaakt. Uit het verhandelde ter zitting en de overgelegde producties is echter gebleken dat de Vakbond ABC al bij brief van 11 februari 2008 op het besluit van HC heeft gereageerd en dat partijen nadien hebben getracht de kwestie van de openstelling op 4 mei in CAO-onderhandelingen op te lossen. Tegen die achtergrond kan niet worden gezegd dat de Vakbonden thans geen spoedeisend belang meer hebben bij hun vordering. 4.3. Voor zover de Vakbonden hun vordering baseren op de mededeling van het Bestuur en de Ondernemingsraad van HC d.d. 7 februari 2007 overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Indien al in die mededeling een toezegging valt te lezen, is die gedaan aan de Ondernemingsraad. Niet valt in te zien hoe de Vakbonden daaraan rechten zouden kunnen ontlenen. De Vakbonden hebben hun stellingen op dit punt onvoldoende gesubstantieerd en onderbouwd. Daar komt bij dat niet onaannemelijk is dat de Vakbonden in de CAO-onderhandelingen hebben getracht te bewerkstelligen dat 4 mei voortaan een vrije dag voor rekening van HC zou zijn, maar dat niet hebben bereikt. In zoverre is dan voldaan aan hetgeen in de mededeling is vermeld, namelijk dat in de CAO-onderhandelingen over 4 mei als vrije dag is gesproken. Dat de onderhandelingen er niet in hebben geresulteerd dat 4 mei als vrije dag in de CAO werd opgenomen, kan er echter niet toe leiden dat de voorzieningenrechter nu bepaalt dat de medewerkers van HC op 4 mei een vrije dag hebben. Dit klemt temeer nu dat niet in overeenstemming is met de CAO 2006-2008, die thans nawerking heeft en waarin 4 mei niet als vrije dag wordt vermeld en dus een gewone werkdag is. 4.4. Ook het beroep van de Vakbonden op een verworven recht om vrij te zijn op 4 mei kan niet slagen. Tot 2006 zijn de werknemers van HC op 4 mei vrij geweest tegen inlevering van een compensatiedag. Alleen in 2006 en 2007 hebben zij die dag vrij gehad voor rekening van HC, waarbij HC in beide jaren heeft laten weten dat haar desbetreffend besluit alleen voor dat jaar gold. In die situatie kan niet gezegd worden dat de werknemers het recht hebben verworven om vrij te zijn op 4 mei met doorbetaling van salaris. Werknemers van HC die in verband met gewetensbezwaren op 4 mei (voor eigen rekening) vrij willen nemen, kunnen dat doen, zo heeft HC ter zitting verklaard. Zij verkeren dan in feite niet in een andere situatie dan in 2005 en voorgaande jaren. 4.5. Reeds op voormelde gronden moeten de gevraagde voorzieningen worden geweigerd. De Vakbonden zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van HC worden begroot op: - vast recht EUR 254,00 - salaris procureur 816,00 Totaal EUR 1.070,00 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. weigert de gevraagde voorzieningen, 5.2. veroordeelt de Vakbonden in de proceskosten, aan de zijde van HC tot op heden begroot op EUR 1.070,00, 5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2008.?