Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Waterleidingwet

 

Artikel 24
1
De werknemer:
a
die wegens de reorganisatie van de openbare drinkwatervoorziening, beoogd door een plan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, door de eigenaar van een waterleidingbedrijf ontslagen wordt,
b
die laatstelijk vóór de dag waarop het ontslag ingaat ten minste twee jaren zonder onderbreking in dienst was van die eigenaar, en
c
voor wie niet ter zake van die dienst een krachtens artikel 125 of 134 der Ambtenarenwet vastgestelde wachtgeld- of uitkeringsregeling geldt,
heeft aanspraak op wachtgeld jegens de rechtspersoon die bij het plan is aangewezen voor het distributiegebied waarin de werknemer vóór het krachtens artikel 23, eerste lid, vastgestelde tijdstip werkzaam was.
2
Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen vastgesteld omtrent het in het eerste lid bedoelde wachtgeld.
3
Indien het distributiegebied waarin de werknemer vóór het krachtens artikel 23, eerste lid, vastgestelde tijdstip werkzaam was, is gesplitst en is opgenomen in twee of meer bij het plan aangewezen distributiegebieden, zijn de voor deze gebieden aangewezen rechtspersonen hoofdelijk voor het wachtgeld aansprakelijk. Ieder van hen draagt bij in de kosten van het wachtgeld en de daarover door degene die het wachtgeld uitbetaalt verschuldigde premies voor zover deze niet op het wachtgeld kunnen worden ingehouden, alsmede in de desbetreffende administratiekosten. Indien partijen geen overeenstemming bereiken omtrent de verdeling van die kosten, beslist daaromtrent op verzoek van de meest gerede partij de rechtbank binnen welker rechtsgebied deze partij gevestigd is.
4
Indien de werknemer op grond van een andere wettelijke regeling of de voor hem geldende arbeidsvoorwaarden aanspraak heeft op een uitkering ter zake van ontslag, wordt voor de toepassing van in die regeling of die arbeidsvoorwaarden voorkomende bepalingen omtrent samenloop van die uitkering met uitkeringen uit anderen hoofde het in het eerste lid bedoelde wachtgeld buiten beschouwing gelaten.
5
Indien ten aanzien van een ontslagen werknemer die wachtgeld geniet op grond van het eerste lid geen regeling geldt, op grond waarvan een ander verplicht is bij te dragen in de premie voor de ziektekostenverzekering van de werknemer, draagt de rechtspersoon die het wachtgeld verschuldigd is bij in de premie van die verzekering op dezelfde voet als de werkgever die het ontslag verleend heeft, vóór het ontslag bijdroeg in de premie van de toenmalige ziektekostenverzekering van de werknemer. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
6
Verplichtingen betreffende wachtgeld of een andere uitkering ter zake van ontslag als bedoeld in het eerste lid, onder a, welke rusten op de eigenaar van een waterleidingbedrijf waarvan het distributiegebied overgaat op een krachtens artikel 21, tweede lid, aangewezen rechtspersoon, gaan op het krachtens artikel 23, eerste lid, vastgestelde tijdstip over op die rechtspersoon. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.
7
De vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 46, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, mag worden verminderd met de bijdrage in de premie voor een ziektekostenverzekering als bedoeld in het vijfde lid, tot betaling waarvan de in dat lid bedoelde rechtspersoon verplicht is jegens de werknemer, dan wel met de bijdrage in die premie waartoe een ander verplicht is. Artikel 2.5.8 van de Invoerings en aanpassingswet Zorgverzekeringswet is van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •